Ruim 10.000 migranten slapen op straat. In Nederland, één van de meest welvarende landen van de wereld. Sterker nog, volgens de vakbond CNV en Leger de Heils, zijn de meeste mensen die wij in bushaltes, onder viaducten en op bankjes in het park zien, arbeidsmigranten. Afgedankte arbeidsmigranten.
We noemen hen de wegwerp migranten.
In Nederland heeft een arbeidsmigrant een baan plus huisvesting. Is hij/zij niet meer nodig voor het doorgaans vuile, gevaarlijke of ondankbare werk, dan verliest hij/zij ook onderdak. En worden ze op straat gezet. Zoals we blikjes, boterhamzakjes en ander verbruikt artikel weggooien, zo doen we dat ook met arbeidsmigranten.
Migranten als restproducten.
Dat we anti-migrantenleider Wilders hier niet over horen, heeft alles te maken met de onmisbaarheid van arbeidsmigranten. Zonder hen zakt de economie in één van de meest welvarende landen als een plumpudding in elkaar: bol.com, logistiek, de tomatenpluk in het Westland, de slachterijen in Brabant en de Veluwe, de schoonmaak, de thuisbezorging, de verzorging, het transport, de bagage-afhandeling op de luchthaven, de scheepsschoonmaak in de Rotterdamse haven, de bouw… het valt volledig stil zonder de één miljoen (sic!) arbeidsmigranten die in Nederland het werk doen dat wij niet willen (te gevaarlijk, te slecht betaald), niet kunnen (te moeilijk, te technisch) of niet mogen (want buiten de regels…).
Migranten als bliksemafleiders.
De ironie is dat arbeidsmigranten bij toeval met name werken in die regio’s waar de partij van anti-migrantenleider aanzienlijke politieke aanhang heeft. Nog een reden voor de Blonde Leider om zijn doorgaans xenofobe discours over migratie niet af te stemmen op deze groep migranten, waarvan ook hij weet dat ze onmisbaar zijn, en waarvan ook hij weet dat zijn aanhang niet zonder kan: we zijn niet voor niets één van de meest welvarende landen in de wereld.
Migranten als rechteloze onzichtbaren
Tot de arbeidsmigrant buiten de deur wordt gezet: letterlijk, en het verder zelf maar mag uitzoeken. Dan blijkt dat er niet alleen geen werk meer is, ook geen onderdak (wat doorgaans uit niet meer bestaat uit een matras, een gedeelde keuken, gedeelde wc, gedeelde douche). Want arbeidsmigranten zijn onmisbaar als het om het bloeien en groeien van onze economie gaat. Maar hebben nul rechten. Dus slapen ze op bankjes in het park, onder viaducten, in treinstations en zelfs in bossen. Ook nu, ook met 5 graden onder nul.
Zo sterven arbeidsmigranten, maar geen mens die er naar omkijkt, de zelfverklaarde leider van dit land al helemaal niet. Liever versimpelt hij zijn in racisme gedrenkte en op leugens gebaseerde discours tot migranten die in één van de meest welvarende landen van de wereld een veilig heenkomen zoeken. Makkelijke prooi, die asielzoekers, als groep klein, als mensen kwetsbaar. Maar ze hebben als het aan de Geblondeerde Ophitser gaat één ding gemeen: ze zijn rechteloos.